Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de koning zeide: Dat [60]hij in zijn huis kere, en mijn [61]aangezicht niet zie. Alzo keerde Absalom in zijn huis, en zag des konings aangezicht niet. 60. Absalom. 61. Zie Gen.43:3. Dit diende eensdeels om Absalom te meer in betrachting zijner misdaad op te houden; anderdeels om de ergernis en ongerustheid te vermijden, die bij de vromen en des konings kinderen had mogen ontstaan, indien Absalom terstond in gelijken graad met zijne broeders ware hersteld.